Our trip to Salalah (10-18 September 1998) was great and maybe undescribable for those
who have never seen the truly unique and beautiful vastness, emptiness
and variety of Oman. Lees hieronder ons reis verslag.
We zijn weer heelhuids thuis gekomen (behalve twee lekke banden en een kapotte uitlaat)en het was weer een enerverende tocht; maar nog steeds uniek en absoluut de moeite waard. Zoals gepland vertrokken we vrijdagochtend met een zak lunchbroodjes,
maaltijden voor twee dagen, deeg om broodjes te maken, een koelbox met
drankjes en een lekkende jerrycan gevuld met douche-water richting het
mooiste strand van Oman (Ras Madrakah). Omdat Marlies zich zo had verheugd
op een frisse douche met de electrische douche installatie van Reint, maakten
we nog een extra stop in Sinaw waar Sven voor 2.5 rial twee knalrode jerrycans
kocht en alsnog vulde met douche-water. De volgende morgen gingen we weer verder tot groot verdriet van Beer, tja dan had hij niet mee moeten gaan, het doel was toch Salalah. We reden langs Three Palm lagoon, waar het te heet was voor een stop, tot het plaatsje Qahal voor lunch (daar waar we aan de overkant van de lagune op de smalle duinenrij hebben gestaan en vis gegeten) naar een nieuwe bestemming: Sharbitat. Hier moest volgens de overlevering een waanzinnig strand zijn onder de kliffen. Eer we dit konden bereiken, moesten we de auto's door een passage zout water leiden.
De volgende dag gingen we door naar Marmul om lekker te douchen, te eten en ijs te halen op een van de boortorens van Beer. Uiteindelijk besloten we te blijven en zijn we gaan zwemmen in het PDO camp, maar ook vanwege de auto's; Luc en Cri hadden een lekkende differentieel, Beer en Carola hadden ook een onduidelijk mankement, en de mecanicien heeft uiteindelijk zo'n zes uur 's nachts aan onze uitlaat gewerkt. Op rig 53 bleven we de nacht, nadat we eerst zes man van hun bed hadden gelicht; de trouwfoto's lagen nog onder het bed. Maar Beer is blijkbaar de baas van zo'n boorplatform en heeft nogal wat te vertellen. Het eten was heerlijk en Marlies mocht een nachtje op een handy bed slapen (dus die gaat ze ook kopen)!!! Te laat maar na een uitgebreid ontbijt vertrokken we richting Salalah. Voordat we linksafsloegen voor een alternatieve route kregen we een klapband rechtsachter. Dat was toevallig onze slechtste band en we waren er niet echt rauwig om. We reden net achteraan en hadden zo snel de reserveband erop zitten dat we al klaar waren toen ze terug kwamen rijden. De route naar Salalah ging niet over het asfalt, maar over een track die Sven op de kaart had gevonden en zo hobbelden we met 30 km/uur door prachtige verlaten canyons en over een bergpas met een hoek van 30+ graden. Dichter bij Salalah, werden de weiden langzaam groener en we stopten uiteindelijk op de groene hoogvlakte tussen de kamelen die brullende geluiden maakten als een stel wilde dieren, en Britt was aanvankelijk erg bang. Het was indrukwekkend om hier de avondmist te zien optrekken uit het dal terwijl vele locals ons een bezoekje schonken en flessen met verse kamelenmelk brachten, het smaakte naar melk maar niemand vond het echt lekker, na de waarschuwing dat kinderen het niet moesten drinken. De volgende dag zijn we langzaam van de hoogvlakte naar beneden gekomen en lunchten we op een prachtig mooie plekje met zeer fotogenieke watervallen. Wij sliepen in het hotel, want dat vinden de meisjes (jong en oud) zo leuk. Ze waren helemaal in hun sas en het is misschien leuk om te vermelden dat er een hoop door de jonge dames werd gevraagd en gebabbeld. Een erg leuke opmerking na de uitleg omtrent het vliegveld van Salalah vonden wij; "Een vliegtuig is er voor de Sultan om naar z'n opa en oma te kunnen vliegen!"
Sven vond in Salalah een nieuwe band en kreeg een restaurant tip en toen wij onze Indiaase maaltijd nuttigde in een lokaal restaurant sliepen de meisjes in hun autostoelen naast de tafel. De volgende dag deden we enkele aanvullende boodschappen bij een lokale supermarkt en vulden we onze koelboxen weer met ijs voor de terugreis. Via de spuitende blow-holes en de weg naar Jemen reden we naar de Empty Quarters, op zoek naar geodes en fossielen.
En leeg is het... We overnachtten in een Canyon en reden de volgende dag via een grenspost naar de black-top. Onderweg liepen we nogal wat vertraging op want Beer reed z'n oude band in flarden en beschadigde zijn spatbord, en even later vond Luc het wel aardig om z'n banden te testen op een metalen plaat. Door al deze grappen werd het erg laat voordat we een slaapplaats vonden in de buurt van de woestijnrozenen (Mughsin) en bereidden we een onze laatste smakelijke maaltijd in het donker. De laatste morgen gingen we op zoek naar de woestijnrozen ... ... en toen (10 uur) in een ruk terug naar Muscat waar we om 6 uur, vermoeid maar voldaan arriveerden (bij de BK).
De kaart hieronder geeft aan hoe we bijna drieduizend kilometer hebben afgelegd.
|
visitors since 23/9/1998.
Last update: 13 January 1999.