home
over ons
clicker-methode
gehoorzaamheid
K.K.U.S.H.
agility
algemeen
toestellen
nog meer informatie
sitemap
|
Er zijn 10 verschillende toestellen:
|
De horde
Een hoogtesprong wordt aangeleerd door de hond over de horde naar de geleider
te laten roepen. In het begin gebeurt dit aangelijnd zodat de controle over de
hond niet verloren gaat. Het aanleren verloopt ook op een speelse manier en
waar toepasselijk, wordt de hond beloond. Bij de eerste pogingen zijn de
bevelen niet echt belangrijk en daarom wordt de hond eerder op een vrolijke
manier geleerd wat van hem wordt verwacht. Gelet dient hierbij wel dat, voor de
hoogte van het toestel, de lat zo laag mogelijk moet liggen zodat de hond er
moeiteloos over kan springen.
De hond wordt nu voor het toestel geplaatst in de houding « ZIT » en mochten er
hierbij problemen zijn, kan de instructeur helpen. Het achterlaten van de hond
in de houding « ZIT » wordt evenwel weg van de toestellen geperfectioneerd
zodat de hond geen negatieve indrukken zal associëren met het toestel. De
halsband wordt geschikt zodat de leiband onder de muil van de hond doorloopt.
|
De geleider laat dus de hond achter in « ZIT » en begeeft zich naar de andere
zijde van de hoogtesprong. Hij zorgt er wel voor dat de leiband steeds
ontspannen is en niet blijft haken aan het toestel. Eenmaal aan de andere kant
van de horde (de hond ziet de geleider nu over het midden van het toestel),
roept de geleider de hond over de horde naar zich toe en let er op dat de hond
voldoende ruimte heeft om neer te komen na de sprong.
Wanneer de hond, na één of meerdere succesvolle pogingen, de horde heeft
genomen, wordt de geleider er attent opgemaakt dat het oproepen van de hond
vanaf nu moet gebeuren nadat hij enkele tellen heeft stilgestaan aan de andere
kant van de horde. De hond kan nu echter wel anticiperen en springen alvorens
dit bevolen werd maar, al vanaf het begin gaan we hier tegenin, want anders
wordt dit een slechte gewoonte dewelke later nog moeilijk af te leren is. We
moeten de hond dus leren om te wachten op het bevel !
Wanneer tenslotte de controle voldoende blijkt, wordt de leiband verder
weggelaten.
Vanaf het ogenblik dat men begint met de hond vooruit te sturen wordt ook het
gebaar (handsignaal), dat samen met het mondeling bevel gegeven wordt,
ingevoerd.
Bij eventueel gebruik van een « speeltje » wordt dit telkens recht vooruit en
niet te ver over de hoogtesprong geworpen terwijl de hond springt.
|
|
De band
Bij het aanleren van de band gebruiken wij dezelfde methode als bij de
hoogtesprong, nl. de hond « oproepen » door het toestel.
Vooreerst wordt de band of hoepel zo laag mogelijk opgehangen zodat de hond er
bijna door kan stappen ; springen neemt hierbij slechts een tweede plaats in.
Wij willen hier immers, op de eerste plaats, de hond er slechts van overtuigen
dat hij niets te vrezen heeft, hem dus vertrouwen bijbrengen. De hond wordt in
« zit » voor het toestel geplaatst maar zodanig zelfs dat zijn hoofd bijna door
de band steekt. De geleider legt het uiteinde van de leiband door de hoepel en
beveelt de hond te blijven zitten.
Aan de andere kant neemt de geleider de leiband vast, zoekt oogcontact met de
hond en wanneer de hond aandacht geeft, laat de geleider de hond door de hoepel
naar zich toekomen.
Na enkele succesvolle pogingen moet het bevel dat nabij deze hindernis gebruikt
wordt er telkens bijgegeven worden en mag de leiband weggelaten worden. Ook
gaat de geleider nu de hond zowel langs links als langs rechts verlaten.
Een goede voorbereiding op de volgende stap (door de band sturen) is ook hier
een « speeltje » gebruiken en dit wegwerpen op het moment dat de hond door de
band naar de geleider toekomt. Dit werpen moet echter wel zorgvuldig gebeuren,
t .t.z. : in een rechte lijn ten opzichte van het toestel, niet te hoog boven
de grond en niet te ver.
De volgende stap is de hond door de band sturen, terwijl de geleider aan
dezelfde kant blijft.
|
|
De tunnel
De hond wordt aan de ingang in de houding « liggen » gebracht voor een korte
tunnel. De hond is aangelijnd en de geleider legt de leiband in de tunnel ,
neemt het uiteinde van de leiband weer vast en zorgt ervoor dat de hond hem
goed door de tunnel kan zien. Oogcontact met de hond is belangrijk, dan laat
hij de hond naar zich toekomen. Wanneer de hond door de tunnel naar de
geleider komt, wordt hij flink beloond.
|
De tunnel is voor de meeste honden, wanneer ze er een of twee keer zijn
doorgegaan, geen probleem. In tegendeel, gewoonlijk vinden ze de tunnel zo
prettig dat ze dit toestel zelfs ongevraagd willen lopen. Voor vele geleiders
is dit dan ook plezierig want hier laat hun hond eens zien hoe slim hij
eigenlijk wel is. NIET TOELATEN ! Deze honden laten niet echt zien hoe slim
ze wel zijn maar iedere keer dat hen toegelaten wordt om een toestel te nemen
zonder dat dit gevraagd wordt, leren ze wel dat het toegestaan wordt om hun
« eigen gangetje te gaan » .
Na enkele succesvolle pogingen is de hond klaar om bovenstaande instructies
onaangelijnd uit te voeren. Wanneer ook dit weer zonder problemen verloopt is
men klaar voor de volgende stap, nl. de tunnel verlengen. Een hulpmiddel is
weer het « speeltje » dat de geleider werpt op het ogenblik dat de hond uit de
tunnel gaat verschijnen. De richting waarin het speeltje wordt geworpen is het
verlengde van de tunnel zodat de hond in een rechte lijn blijft lopen en
bovendien wordt het niet te hoog boven de grond geworpen en niet te ver weg.
|
|
De slurf
Nadat de hond de gewone tunnel werd aangeleerd is dit toestel, over het
algemeen, niet zo moeilijk. Het wordt dan ook op dezelfde manier aangeleerd
als de gewone tunnel en aangezien de hond nu reeds het principe begrijpt, zal
hij snel doorhebben wat er van hem wordt verlangd.
Bij de aanvang zal men de stof inkorten. Verder volgt net dezelfde procedure
als bij de gewone tunnel maar hier moet de geleider de uitgang open houden
zodat dit voor de hond een gewone tunnel lijkt. Stilaan wordt ook de lengte
van de tunnel vergroot tot uiteindelijk de maximum lengte is bereikt.
Tot hiertoe werd de tunnel steeds open gehouden en de volgende stap is dus de
tunnel rustig los te laten wanneer de hond nog ongeveer een meter van de
uitgang is en zodat dat de stof nog net de hond raakt bij het uitkomen van de
tunnel. Bij een volgende doorgang laat de geleider de stof dan net iets
vroeger los, enz…..
De muur
Dit toestel is eigenlijk niet meer dan een hoogtesprong. Kan deze hindernis op
hoogte ingesteld worden dan is er geen bezwaar want indien de hond voldoende
routine heeft op de hoogtesprong zal ook dit toestel niet veel problemen met
zich meebrengen. Wanneer de muur echter niet kan verlaagd worden, is het beter
om nog wat te wachten om dit toestel te gebruiken.
|
|
De tafel
Ook hier beginnen we opnieuw, de hond aangelijnd, met « oproepen ».
De geleider neemt plaats aan de tegenovergestelde zijde van de tafel en leunt
daarbij voorover om de afstand tussen hem en de hond nog wat te verkleinen en
gelijktijdig te proberen om de hond te beïnvloeden om niet naast de tafel te
springen. De kortste weg naar de baas is nu voor de hond « over de tafel ».
De geleider roept de hond op en van zodra deze boven op de tafel is, wordt hij
flink beloond.
In combinatie met bovenvermelde methodes kan natuurlijk ook hier gebruik worden
gemaakt van het speeltje om de hond op de tafel te lokken.
Hierna wordt de houding « liggen » geïntroduceerd. Het liggen op de tafel moet
snel uitgevoerd worden want tijdens de wedstrijden mag ook hier geen enkele
seconde verkwist worden. Mocht de hond echter toch niet snel genoeg de houding
liggen aannemen, dan kan dit geoefend worden buiten het agility-trainingsveld,
weg van de toestellen.
De toestellen met raakvlakken
Bij het aanleren van de toestellen met raakvlakken doet men dit het beste in
deze volgorde : dakschutting, hondenloop, wip.
|
|
De dakschutting
Vele honden, dewelke voor de allereerste keer kennis maken met dit toestel,
zijn wel even onder de indruk van deze hindernis, hetgeen eigenlijk logisch is.
Bekijkt men het vanuit het oogpunt van de hond, dan kan men zich wel
voorstellen dat deze hindernis wel hoog en onoverkomelijk lijkt. (De hond weet
ook nog niet dat er aan de andere kant van dit toestel een weg naar beneden
is). Nochtans is gebleken dat bij het merendeel van de honden, na slechts één
of twee pogingen, hun bezorgdheid voor dit toestel verdwijnt.
|
Met de hond aan de leiband naar de dakschutting lopen :
De geleiders dienen er op te letten dat de leiband nergens mag blijven haken
terwijl de hond over het hoogste gedeelte van dit toestel gaat. Wanneer de
hond aan de andere kant van het toestel weer naar beneden komt, wordt de
leiband opnieuw ingekort door deze door de linkerhand te schuiven. Alzo kan de
hond ook weer over het midden naar beneden geleid worden. De hond wordt
helemaal naar beneden gebracht waarna een flinke beloning volgt.
|
|
De hondenloop
Bij de eerste pogingen over de hondenloop zal de bezorgdheid van de hond zich
toespitsen op het feit dat hij, net als bij de dakschutting, geen uitweg ziet.
Anderzijds zal zijn aandacht ook vooral gericht worden op de smalle planken.
Hoofdzaak is dus ook weer hier om de hond vertrouwen bij te brengen.
Eerste poging : bekijken of de hond over de hindernis wil :
De hond wordt nu door de geleider aangemoedigd, eventueel ook door de
instructeur, al of niet met een speeltje of een snoepje, om verder dit toestel
op te gaan. De eerste pogingen worden ondernomen in wandelpas en er is geen
enkele noodzaak om deze aan een hogere snelheid te ondernemen.
|
Bij het afdalende gedeelte wordt de hond helemaal tot beneden gebracht en in
rechte lijn van het toestel weg. Na enkele meters de hond goed belonen. Wordt
eventueel snoep bij deze oefening gebruikt dan wordt dit aan de hond gegeven
wanneer deze op het raakvlak is.
|
|
De wip
Het is enkel een kwestie om de hond te laten gewennen aan deze beweging. De
hond wordt ook hier weer aangemoedigd om op de hindernis te gaan, desnoods met
een speeltje of een snoepje.
|
Op de plaats waar de hond de wip doet kantelen wordt hij gestopt (bevel/gebaar)
zodat hij, vanaf het begin, leert wachten tot het toestel gekanteld is.
Wanneer de wip volledig gekanteld is wordt de hond verder naar beneden geleid
en na het verlaten van het toestel wordt nog enkele meters rechtdoor gegaan om
vervolgens flink te belonen. Bij het gebruik van snoep wordt dit ook nu weer
gegeven wanneer de hond op het raakvlak is.
|
|
De slalom
In tegenstelling tot de andere toestellen, die relatief snel aan te leren zijn,
is de slalom een toestel dat het geduld van de hond en de geleider op de proef
zal stellen.
Toch is juist « geduld » hier de sleutel tot succes maar wanneer de hond dan
uiteindelijk snel en foutloos door de paaltjes glijdt, wordt men voor dit
geduld steeds maar weer beloond.
|
|
|