Home   Wat is rolhockey    Kennismaking    Spelregels    Organisatie    Teams   Agenda   Int.agenda   Nieuws      Foto-gallery     Links      Wedstrijdverslagen
                                                                                         
 
                       ROLHOCKEY  SPELREGELS                                  

Om rolhockey te spelen zijn 2 teams tot 10 spelers nodig en een baan zoals die door de NRB wordt voorgeschreven. Betonnen, kunststof of houten vloer van 40 bij 20 meter, omzoomd met ‘n boarding van 1 m. hoog.
Zowel de spelers als de keeper verplaatsen zich op rolschaatsen die aan de voorzijde voorzien zijn van stoppers.
In-line skates zijn ook toegestaan.
De bal (omtrek 23 cm en 155 gram) wordt gespeeld met een stick van minimaal 90 cm en maximaal 115 cm lang.
De spelers dragen beschermende kleding zoals scheen-, knie-, kruisbeschermers en handschoenen.
De keeper heeft als extra’s grote beenbeschermers en handschoenen, borst- en schouderbeschermers, een masker en helm.
Alleen vijf spelers (de keeper en vier veldspelers) van elk team zijn tegelijkertijd op de baan toegestaan. Spelers en keeper kunnen tijdens de wedstrijd gewisseld worden.
Het team dat de toss wint, begint het spel met een afslag in de middencirkel.
Het doel van het spel is natuurlijk om meer doelpunten dan de tegenstander te scoren.
Een doelpunt wordt gescoord, indien de bal in zijn geheel de doellijn tussen de twee doelpalen passeert.
Spelers mogen de tegenstander niet vasthouden of met opzet de bal met de  voet, hand of ander lichaamsdeel spelen.
De keeper echter, mag als verdediger van zijn doel, met zijn stick en elk lichaamsdeel de bal stoppen. Hij mag de bal zelfs spelen als hij op de grond ligt.
Het Anti Jeu gebied- is een verdedigingsgebied van 22 m. lengte. Het verdedigende team moet bij balverovering binnen 10 seconden de bal uit haar Anti-Jeu gebied brengen.
Dit maakt het spel uitermate snel en attractief.
Vrije slagen - worden gewoonlijk toegekend aan de tegenstander van het team dat de bal uit het spel brengt, en wordt  op de plek genomen waar de bal de baan verliet.
Ook bij overtredingen tegen de spelregels wordt de vrije slag genomen op de plek van de overtreding. De tegenstanders moeten dan minimaal 3 m. afstand nemen.
Vrije slagen binnen het penalty-gebied of achter het doel worden op de dichtsbijzijnde hoek van het penalty-gebied genomen. Tegenstanders moeten zich dan buiten de vrijeslagcirkels bevinden.
Face offs - worden toegekend, indien ‘n spelhervatting noodzakelijk is en geen enkel team bestraft kan worden.
Twee tegenstanders nemen aan weerszijden van de bal plaats, gezicht naar elkaar toe en achterkant naar eigen doel gericht, hun stick rustend op de baan 20 cm. van de bal. De bal wordt onmiddellijk op het fluitsignaal van de scheidsrechter gespeeld.
Penalties - worden toegekend, indien er binnen het penalty-gebied ‘n zware overtreding tegen de spelregels wordt gemaakt. De bal wordt dan vanaf de penalty-stip gespeeld. Direkt schieten of dribbelend de keeper omspelen is toegestaan. Alle overige spelers, uitgezonderd de verdedigende keeper, bevinden zich achter de middellijn, totdat de scheidsrechter het fluitsignaal gegeven heeft.
Direkte vrije slagen - worden toegekend bij grove overtredingen buiten het penalty-gebied. Deze worden genomen op de plek die daarvoor  speciaal gemarkeerd. Daarbij gelden de zelfde regels als bij de penalty, met uitzondering van de afstand van de overige spelers. Deze is bij de direkte vrije slag 5 meter.
 Speelduur
(effectieve speeltijd; d.w.z. tijdstop, indien het spel dood is)
Pupillen:         2 x 15 min.
Aspiranten:     2 x 20 min.
Dames:           2 x 20 min.
Recreanten:     2 x 20 min.
Veteranen:      2 x 20 min.
Senioren:        2 x 25 min.
Time out
Elk team kan per wedstrijdhelft een time-out van 1 minuut aanvragen.
Tijdstraffen
Bij grove overtredingen  kan de scheidsrechter de overtreder tijdstraffen opleggen. Hiervoor gebruikt hij de gele kaart  (waarschuwing), de blauwe (tijdstraf) en de rode kaart (uitsluiting).

Rolhockey is een TOTAAL-sport.
Zowat alle ledematen en spieren worden ingeschakeld, zowel bij de schaatsbeweging, als bij de stick- en balbehandeling.
Volgende elementen definiëren verder de rolhockeybeoefening:basisfysiek, techniek, taktiek, snelheid, schaatstechniek, morele taktische en technische begeleiding, coördinatiesnelheid, algemene evaluatietechnieken, uithoudingsvermogen, fysieke weerstand, interval en kracht, inzicht, reflexen enz....
Sportkenners beweren dat rolhockey beschouwd mag worden als een van de snelste  teamsporten ter wereld en ook een van de meest akrobatische en spectaculairste.

Deze spelregels zijn slechts ‘n beknopte weergave van de officiële spelregels.
Klik hier voor 'n compleet overzicht van de spelregels
.