Onze afkomst:

Familie Giezeman
Familie Valentin

Over onze voorouders is al vaak geschreven. Vele malen stonden zij vermeld op de Giezemannenboeken en stencils die we van Opa en Oma mochten ontvangen, maar wat zou deze almanak nu zijn zonder aandacht te schenken aan onze vorige generaties? Vandaar dat wij hier nog even een inleiding in de historie van de familie geven. Helaas is van de vroegste voorgangers niet meer bekend dan hun geboorte- en trouwgegevens.

De familie Giezeman

Dit wapen behoort toe aan ene Greorg Giesemann. Het wapen is uitgegeven door Helmut Giesseman uit Saarbrücken. Greorg Giesemann kan een afstammeling zijn van de rond 1600 in Heist op den Berg (Vlaanderen) wonende Gommarus Gieseman. Gommarus Gieseman was getrouwd met Catherina van Roey en had zeven kinderen, waaronder Michael (26-02-1620) en Gregoir (02-08-1626). In hoeverre wij met deze Giezemannen verbonden zijn, weten wij (nog) niet. Wat wel bekend is over de geschiedenis van de familie Giezeman, is dat zo'n vier eeuwen geleden, rond 1610, Thomas Gisemans werd geboren te 's Gravenvoeren en dat hij daar later trouwde met een niet nader genoemde Maria. Hoewel de burgelijke registers nog niet echt bestonden, hebben we kunnen herleiden dat ze rond 1640 een zoon kregen die de naam Thomas kreeg. Deze junior, wiens achternaam op de een of andere manier tot Gyssemans is verbasterd, trouwde met de schone Anna Janssens.

Waarschijnlijk werd hun onderkomen in 's Gravenvoeren (in België, onder Maastricht) te klein, want hun kind, de kleine Johannes werd op 21-07-1692 te Moelingen geboren. Deze telg bleef trouw aan de stad Moelingen en vond er zijn grote liefde Jacoba. Op 06-02-1720 werd hun zoon Christianus Gyssemans aan de stadsbevolking toegevoegd. Christianus was echter een man van de wereld en vond zijn eega Aaltje Aalberts-van der Kamp in Katwijk aan den Rijn. Zij trouwden op 19-10-1753 te Leiden.

Christianus hield kennelijk van verandering. Zijn oudste zoon, Albertus Giseman -let op de wederom veranderde spelling - werd vier jaar later op 25-03-1757 in Den Bosch geboren. Verder hadden Christianus en Aaltje Alberta nog een zoon Thomas en een dochter Jacoba. Deze Jacoba trouwde op 22-04-1787 met Jacob Barts Remmerswaal.

De oudste, Albertus, kon kennelijk niet wennen tussen de boeren en verhuisde naar het deftige Wassenaar waar hij op 19-02-1786 zijn Geertje Oosterveer trouwde. Zoals het een goed kind betaamt noemde hij zijn eerste zoon naar zijn vader. Helaas was Albertus geen nauwkeurig schrijver en noemde zijn op 26-07-1787 geboren zoon Christiaan Gieseman. Zo werd onze familie weer een letter rijker. Verder bestond het gezin van Albertus en Geertje Giseman uit een dochter Gerarda (14-02-1787), een zoon Maarten (28-04-1799) en nog een dochter Marijtje (10-11-1803). Marijtje Gieseman trouwde op 02-06-1844 met Christoph van der Velden.

Christiaan Gieseman, de ouste zoon trouwde op 15-04-1815 met Marijtje Berkhout uit Wassenaar. Samen krijgen zij zes kinderen, te weten Albertus (26-10-1815), Gerritje (28-10-1816), Geertje (29-01-1819), Steijntke (15-01-1821), Albertus (23-02-1823) en Willem Giezeman (13-01-1825). Ja, u leest het goed GIEZEMAN. Onze uiteindelijke familienaam kwam in dit gezin tot stand.

De jongste Albertus trouwt op 07-11-1849 met Petronella Spijkers. Hun gezin telt tien kinderen, te weten: Christiaan, Adolf, Antonia (zij trouwt later met Hein-Jan van der Beek), Maria, Johanna, Albert, Theodoor, Albert, Petrus en Cornelia.

Willem Giezeman, de jongste uit het gezin van Christiaan en Marijtje, trouwde tweemaal. Allereerst op 26-06- 1852 met Wilhelmina van der Kooy met wie hij twee kinderen, Johanna en Jozef, kreeg. Hun zoon Jozef trouwde op 09-11-1887 met Johanna Roozenburg, een blekersdochter uit Den Haag.

Op 05-06-1861 trouwde Willem Giezeman voor de tweede maal, alleen dit keer in Den Haag met Cornelia Cleuters. Zij kregen samen drie kinderen, Anne Marie, Gerardus en Willem. Dit laatse kind is jong overleden. Cornelia Cleuters had uit haar eerdere huwelijk met Huub van der Beek nog drie kinderen, Jan-Hein, Hein-Jan en Cornelia. Grappig detail is dat Hein-Jan later trouwde met Antonia Giezeman, zijnde een kind van de broer (een nicht dus) van Willem Giezeman. Over zijn grootmoeder, Cornelia Giezeman, heeft Opa vaak vertelt en zij moet een kordate vrouw geweest zijn. Na het bedrijfsongeval van haar eerste man Hubertus van der Beek, een melkschipper die in het Spui verdronk, trouwde zij met Willem Giezeman en samen begonnen zij een blekerij aan de Haagweg, halfweg Loosduinen, ter hoogte van de huidige Gooilaan. Zij volgde daarmee het voorbeeld van haar vader die bleker in Den Haag was. Het gezin, inclusief alle kinderen uit de vorige huwelijken, hadden een hechte band. Anne Marie Giezeman ging haar halfbroer Hein-Jan van der Beek helpen in de blekerij en werd daarbij verliefd op de weesjongen Johan Tettero. Uit het feit dat zij van haar moeder alleen op huwelijkse voorwaarden mocht trouwen kunnen we afleiden dat het de Giezemannen toen al behoorlijk voor de wind ging. Vlak voor haar dood kocht Oma Cornelia twee panden aan de Haagweg, waar Anne Marie en haar broer Gerardus ieder een blekerij begonnen. Cornelia Giezeman overleed in 1886. Haar man Willem Giezeman ging toen inwonen bij zijn dochter Anne Marie en haar man Johan Tettero. Hij overleed in 1895 op 70-jarige leeftijd.

Gerardus Albertus Giezeman (zoon van Willem & Cornelia) trouwde op 12-05-1887 in Loosduinen met Helena Maria Boek. Helena Boek was de dochter van de Loosduinse klederbleker Martinus Boek en Petronella van de Geer. Gerardus en Helena kregen samen dertien kinderen, van wie Opa de jongste is.

Gerardus Albertus Giezeman is behalve de vader van onze Opa tevens de oprichter van wasserij 'Zeldenrust', dat later Giezeman de Wasman zou worden. Verder was hij oprichter en voorzitter van de R.K. Nationalen Bond van Waschindustriëlen en tevens oprichter en voorzitter van de R.K. Volksbond. Daarnaast was hij bestuurslid van de woningbouw-vereniging en opperbrandmeester van de Gemeente Loosduinen. Hij is onderscheiden met het Gouden Kruis van verdienste van de K.N. Brandweervereniging. In de oorlog trad hij daarnaast op als voorzitter van het vluchtelingencomité en van de R.K. militaire vereniging. Gerardus was een zeer geziene persoon in Loosduinen, velen kwamen bij hem om raad.

De familie Valentin

Het familiewapen is net als dat van de familie Giezeman gevonden in de 'Deutsche Wappenrolle'. Het is helaas niet vastgesteld of er een verband is tussen de later te noemen Reinout Valentin en dit wapen.

Oma's achternaam Valentin is afkomstig van ene Reinout Valentin die rond 1750 is geboren. Hij was getrouwd met Maria Rembout en samen hadden zij een zoon Frederik Vallentin die op 06-12-1789 te Gönningen was geboren.

Nadat Frederik getrouwd was met Hendrika Huijzers uit Klundert kregen zij te Ooltgensplaat op 19-07-1815 een dochter, Maria Falenteijn. Naast de merkwaardige verandering van haar achternaam zijn er nog enkele vraagtekens rond haar persoon. Wat wij wel weten is dat zij op 24-11-1838 in Den Haag overleed, elf dagen na de geboorte van haar zoon, Jacobus Wilhelmus Vallentin.

Jacobus zijn vader is onbekend gebleven, hierdoor kreeg hij de naam Vallentin. Gelukkig maar anders hadden de volgende generaties Valentin ook niet bestaan. Jacobus vond de vrouw van zijn dromen in de bevallige Maria Elzabeth Lazarom (what's in a name...?) en trouwde met haar op 12-11-1865. Hun zoon Petrus Cornelis Valentin werd te Loosduinen geboren op 26-09-1868 en is de vader van onze Oma.

P.C. Valentin trouwde op 14-10-1896 met de Westlandse Geertruida Wilhelmina Klazina van Vliet, de dochter van Willebrordus van Vliet en Anna Maria van der Knaap. Samen kregen zij acht kinderen, van wie onze Oma de laatste was.

Petrus Cornelis Valentin was tuinder en zat in het bestuur van de Land- en Tuinbouwbank en in de tuindersvereniging. Dat hij dit nogal verdienstelijk deed, kunnen we afleiden uit het feit dat er een straat in Den Haag naar hem is vernoemd.

Het is Giezeman de Waschman die helder wasschen kan.

Zoals eerder vermeldt was het onze betovergrootmoeder Cornelia Giezeman-Cleuters die in de voetsporen van haar vader trad en zich een plaats verwierf in de blekerswereld. Zij zal wel nooit enig idee hebben gehad welke traditie zij hiermee begon.

Samen met haar tweede echtgenoot Willem Giezeman kocht Cornelia in 1863 een pand aan de Haagweg waar zij een blekerij begonnen. De lakens werden vermoedelijk in de sloten gespoeld en in de zomer gebleekt op het grasveld. De zaken verliepen dermate gunstig dat voor haar beide zonen uit haar eerste huwelijk eveneens een blekerij werd gekocht in Loosduinen.

Vlak voor haar overlijden kocht Cornelia Giezeman nog twee panden aan de Haagweg, te weten nummer 495 en 497. Hier begonnen haar dochter Anne Marie samen met Johan Tettero en haar zoon Gerardus samen met Helena Boek, ieder een blekerij.

Uit een hinderwetaanvraag blijkt dat in 1896 de industriële revolutie in Loosduinen was begonnen. Er werd een aaanvraag ingediend voor zowel een stoomketel voor de warmte als een stoommachine voor de aaandrijving. Deze grootschalige investering werd vermoedelijk gefinancierd uit de nalatenschap van vader Willem Giezeman die in 1895 was overleden.

Rond 1900 liet Anne Marie Tettero-Giezeman een nieuw pand bouwen op de Haagweg 493 en verkocht zij het pand met nummer 497 aan haar stiefbroer Jozef Giezeman. Jozef begon hier zijn eigen wasserij onder de naam "de zevende woning". In 1912 werd besloten dat Jan Tettero (de oudste zoon van Anne Marie Tetttero- Giezeman) en Willem Giezeman (de oudste zoon van Gerardus Giezeman) samen een wasserij zouden beginnen in de panden aan de Haagweg 231-233, die eigendom waren van Opoe Boek. Aldus begonnen Willem en Jan onder de naam Giezeman-Tettero. Als steuntje in de rug kregen ze alvast een paar klanten van hun vaders mee. Ook dit werd weer een succesvolle zaak, mede dankzij de vele reclame inspanningen die zij deden.

In 1914 brak een nieuw tijdperk aan. Voorheen betaalde ieder gezin naar grootte een bepaald bedrag per week voor de was zonder dat er met de samenstelling van de was rekening werd gehouden. De conservatieve blekers die met hun grote gezinnen de zaak runden voerden daar nog wel bij en waren de tegenstanders van de grotere blekers die een stukstarief wilden invoeren. Er waren veel verschillen tussen de Haagse en de Loosduinse blekers, die ook wel de boerenblekers werden genoemd.

Tijdens de eerste wereldoorlog waren zeep en kolen schaars en de vraag naar de wasserij groot. Hierdoor verslapte de vrees voor de concurrentie en zagen ook de boerenblekers het voordeel van stukstarifering, zeker onder druk van de stijgende grondstofkosten. Een vat loog bijvoorbeeld wat normaal | 30,- kostte, verwisselde in 1918 voor | 1.200,- pas van eigenaar. Ook de "droge" blekers deden omstreeks deze periode hun intrede. Dit waren de wasverzenders.

Hoewel de prijzen van de grondstoffen zich na 1918 weer snel herstelde op vooroorlogsniveau, bleven de wasprijzen gehandhaafd en omdat de belasting nog steeds werd geschat werd een behoorlijke welstand spoedig bereikt. In 1924 kwam echter de verplichting boek te houden en na de eerste de beste aanvaring met de belastingdienst was dat voor Gerardus Albertus Giezeman direkt een reden om zijn zaak over te doen aan zijn zoons Jan, Gerard en Henk. In 1925 kochten zij het pand aan de Haagweg 497 erbij, nadat Marie, de vrouw van Willem Giezeman (zoon van Jozef Giezeman), aan vliegende tering was overleden.

In 1923 liet Gerardus Giezeman ook nog eens vier huizen aan de Haagweg bouwen. Deze waren genummerd van 511 tot en met 517. In een van deze huizen ging Jan Giezeman wonen, na zijn bruiloft op 11 juli 1923. De broers Jan, Gerard en Henk Giezeman gingen verder onder de naam "Firma G.A. Giezeman". In 1926 werden de panden 495 en 497 grondig verbouwd en kochten zij in 1928 de grootste wasmachine, een Pulman en in 1929 de eerste dubbele mangel van de firma Reineveld.

In 1931 trad onze Opa, Joop Giezeman toe tot de firma, nadat Gerardus Giezeman | 5.000,- had ingebracht. Tegelijkertijd begonnen de moeilijke dertiger jaren, waarin iedere wasbaas zich met veel reclame overeind trachtte te houden. Helaas was het moeilijk om onderscheid te maken tussen Giezeman, Tettero en Giezeman-Tettero, drie afzonderlijke bedrijven die allen in Loosduinen gevestigd waren. Onze Opa sprak in die tijd met een vertegenwoordiger van de I.C.R.O. die de reclame in de bioscopen verzorgde. Die zei toen: Je moet een plaatje in de bioscoop laten vertonen waarop staat "Het is Giezeman de Waschman die helder wasschen kan". Zo gezegd zo gedaan. Ook de nieuwe auto werd voorzien van "Giezeman de Waschman" en zelfs op een aantal Haagse trams prijkte deze slagzin. De gouden greep was echter de vermelding in de telefoongids. Voor het (toendertijd) enorme bedrag van | 1.000,- werd de nieuwe slagzin wel 288 keer opgenomen.

Bij de mobilisatie in 1939 moest er al afscheid genomen worden van de mooie auto, het bedrijf kreeg er slechts een habbekrats voor, omdat in die tijd alleen Fords en Chevrolets geld waard waren. In 1940 werd de rest van het wagenpark gevorderd, op een na. En moest het transport worden geregeld met de bakfiets. Er is nog een kleine periode geweest dat er een paard beschikbaar was, maar dat duurde maar kort. Die ene auto werd omgebouwd voor houtgas, waarbij de chauffeur tevens stoker was. Het was wel moeilijk, maar er kon gereden worden. Met de voorziening van materiaal en kolen, kwam het bedrijf de eerste oorlogsjaren wel door, omdat er tijdens de mobilisatie in 1939 direct maatregelen waren genomen en er veel olie, stijfsel en loog was ingekocht. Op het laatst van de oorlog, kwam de voorraad stijfsel nog goed van pas. Samen met groenten, erwten en water was er heerlijk soep van te maken.

In 1947 werd de wasserij Karel Roos overgenomen door Giezeman de Wasman. In 1958 ging Joop (onze Opa) alleen verder met het bedrijf Karel Roos en gingen de overige drie zoons verder met Giezeman de Wasman. Karel Roos is na een aantal fusies en overnames onder diverse namen, anno 1995 uitgegroeid tot Rentex Varobo, waar nog steeds diverse familieleden met zeepbellen in hun bloed werkzaam zijn. Giezeman de Wasman mag zich anno 1995 hofleverancier noemen en is nog steeds in het bezit van een Giezeman, te weten Jan Giezeman, zoon van Jan (broer van Opa). Het bedrijf heeft in 1987 een groots 100- jarig bestaan gevierd.

Dat het bloed kruipt waar het niet gaan kan mag blijken uit de volgende opsomming van wasserijbedrijven in familiebezit of personen werkzaam in andermans wasserijen: Jos (Gerard's zoon) & Kathy Giezeman -> Searcy Industrial Laundry Joop & Jos (Joop's zoon) Giezeman -> Wasserij Rentex Varobo Ton (Frans zoon) Giezeman -> Giezeman (Fzn) Gordijnenservice Lenie & Jan (Ton's zoon) Rozenburg -> Wasserij Rozenburg Joop (Ton's zoon) Rozenburg -> Stomerij Rozenburg Theo & Ank, Jos, Luuk Giezeman -> Wasserij Rozenburg-Giezeman (Rogitex) Jan Giezeman -> Wasserij Edelweiss Wim & Nel Giezeman, Annette Heijdel -> Wasserij Rentex Varobo Jos (Wim's zoon) Giezeman -> Wasserij Ozon Henk & Joke Zweistra -> de Stomerij

Naast alle kinderen die ongetwijfeld regelmatig vakantiewerk of andere aktiviteiten in de diverse bedrijven ondernomen hebben, zijn in ieder geval de volgende personen hun hele leven in de wasserij-business werkzaam geweest: Gerard, Piet, Frans Giezeman en Ton Rozenburg.

Terug naar de Giezeman Homepage