Gerbrand Adriaensz Bredero

bredero.gif (8734 bytes)

Gerbrand Adriaensz Bredero werd op 16 maart 1585 geboren als zoon van Adriaen Cornelisz en Marry Gerbrants. Zijn wieg stond in het huis aan de Nes op de hoek van de St. Pieterssteeg, het tegenwoordige nummer 41. Adriaen Cornelisz had dit huis sinds mei 1584 in huur en kocht het anderhalf jaar na de geboorte van zijn zoon. Op 30 juni 1602 wordt voor 1829 gulden een huis aan de Oude Zijds Voorburgwal gekocht, het huidige nummer 244, en verhuist de familie Bredero.

Van huis uit is Adriaen een schoenmaker en leerhandelaar, maar hij houdt zich ook bezig met de handel in onroerend goed en met het pachten van de wijninpost. Aan beide zaken verdient hij een behoorlijk fortuin. Nadat Gerbrand voor schilder wordt opgeleid gaat hij zich al spoedig met de letteren bezig houden. Het enige ambt dat Bredero in het openbare leven bekleedt, is dat van vaandrig bij de schutterij.

Als schilder gaat hij in de leer bij de Antwerpenaar Francesco Badens, een leerling van Vranx. Er is echter niets van Bredero's werk als schilder bekend. Vanaf het jaar 1610 verschijnen er regelmatig dichtwerken en ander werk van zijn hand.

In 1611 wordt hij lid van de rederijkerskamer D’Eglantier en wordt hij al spoedig één van de actiefste medewerkers. Hij maakt daar kennis met figuren als Roemer Visscher en P.C. Hooft. Toch raakt de kamer al snel in verval doordat het niveau van de leden daalt. Bredero sluit zich samen met Hooft direct aan bij Costers Nederduytsche Academie en wordt hiervan een van de voornaamste medewerkers. Daar wordt in 1617 De Spaansche Brabander gespeeld en in het volgend jaar De Stommen ridder. In 1617 publiceert hij ook het blijspel Moortje waarin veel elementen van het Amsterdamse straatleven aan bod komen. Bredero is een graag geziene gast, ook in letterkundige kringen van de hoofdstad, zoals het ‘Saligh Roemers Huys’ aan de Geldersekade. Uiteraard is Bredero ook bekend door zijn Groot Liedboek.

Op 23 augustus 1618 overlijdt Bredero te Amsterdam op 33-jarige leeftijd. Hoe Bredero precies aan zijn einde kwam, blijft een raadsel. Hij schijnt door het ijs te zijn gezakt, maar is daar uitgekomen. Hij kreeg nadien een longontsteking, maar is daarvan hersteld. De werkelijke doodsoorzaak blijft dus onbekend.