Granida - P.C. Hooft

Granida werd in 1605, maar pas tien jaar later in gedrukte vorm uitgegeven. Granida is een Perzische prinses. Ze personifieert de verheven-idealistische liefde. De naam zou kunnen verwijzen naar ‘grande idie’ (liefde) en naar Ida Quekels (een van Hoofts geliefdes). Het werk bestaat uit vijf bedrijven. Vooraf gaan de ‘Inhoudt’ (proza) en een lijstje van ‘Personagien’. De reien staan in de bedrijven (niet aan het eind). Het vierde bedrijf (Granida afwezig) doet wat afbreuk aan de compositie. Een beknopte weergave:

Eerste bedrijf: De herderin Dorilea zingt een liefdesliedje; ze vindt de herders ontrouw, behalve haar vriend Daifilo. Ze praat met Daifilo over de ‘zoete min’. Daifilo raakt in de ban van de (verdwaalde) prinses Granida en oreert over de taak van de koning. Granida bezingt het herdersleven. Dan komt er een rei van Jofferen: het is een loflied op de nimfen. Dorilea waarschuwt Daifilo voor het hofleven.

Tweede bedrijf: Daifilo houdt een monoloog. Door Granida heeft hij een andere opvatting over de liefde gekregen: het lichamelijke wijkt voor het geestelijke. Daifilo treedt in dienst van Tisiphernes (een prins en de aanstaande man van Granida). Maar ook Ostrobas (een Parthische prins) dingt naar Granida's hand. Een duel moet hierover beslissen. De Rei van Jofferen bezingt de ware liefde. Granida hoort (toevallig?) Daifilo's liefdesklacht en beklaagt zich over wereldse standsverschillen.

Derde bedrijf: Daifilo wil voor Tisiphernes duelleren met Ostrobas; Ostrobas verliest. De Rei van Jofferen geeft uiting aan de dankbaarheid voor de goede afloop en geeft een uiteenzetting over het koninschap. Daifilo verlangt naar Granida. Ze ontmoeten elkaar en Granida beantwoordt zijn liefde. Ze wil als herderin ontvoerd worden (met medewerking van de voedster).

Vierde bedrijf: Granida is ‘verdwenen’: weggevoerd door de negen muzen naar ‘des hemels hoochste plekken’ (volgens de voedster). De koning gelooft het verhaal, Tisiphernes niet: hij is radeloos en wil zelfmoord plegen. Hij staat zijn bezittingen tenslotte af aan Daifilo en verlaat het hof.

Vijfde bedrijf: De geest van Ostrobas verschijnt aan Artabanus (een vriend van Ostrobas): Ostrobas moet gewroken worden. Artabanus vindt Granida en Daifilo. Daifilo wordt gevangen genomen en Granida zal gedood worden. Plotseling verschijnt Tisiphernes. Daifilo legt de toedracht rond Granida's verdwijning uit. Tisiphernes schenkt hen vergiffenis vanwege hun opofferende liefde. Daifilo en Granida zullen trouwen. De Rei van Herderinnen en Jofferen bezingt de liefde: ‘Liefd'en min aen een vertuyt/ Beyde siel en lichaem-menghers...’