P.C. Hooft

jeugdjaren

Het Muiderslot

tweede huwelijk

selectieve bibliografie

hooft.jpg (31115 bytes)

Jeugdjaren

Pieter Corneliszoon Hooft is geboren op 16 maart 1581 in Amsterdam als oudste zoon van de koopman en burgemeester Cornelis Pieterszoon Hooft en Anna Blaeu. Samen met zijn vier jongere broers en zusters groeit hij op in het haringpakkerskwartier bij de Haarlemmerpoort. Over zijn jeugd weten we weinig. Hij bezoekt de Latijnse school, maar gaat daarna niet naar Leiden om te studeren aan de enige universiteit die Holland in die dagen kende. Als 17-jarige jongeman vertrekt hij op 11 juni 1598 naar Frankrijk en Italië voor een periode van bijna drie jaar. Deze reis is van grote invloed op zijn ontwikkeling: het maakt van hem een zelfstandiger mens en bovendien een lyrische dichter, beïnvloed door de cultuur van de Renaissance in Italië. Ongetwijfeld heeft hij tijdens zijn reis enkele handelsopdrachten uitgevoerd, maar hij heeft meer belangstelling voor andere zaken, zoals architectuur, liefde, muziek, ballet en vooral lezen. Via Duitsland keert hij terug naar Amsterdam. In 1605 vertrekt hij naar Leiden om letteren en rechten te studeren. Vader Cornelis Pietersz zal inmiddels tot de ontdekking zijn gekomen dat zijn oudste zoon meer belangstelling voor studeren dan voor de handel heeft!

Hooft heeft voor verscheidene vrouwen verzen geschreven, ook voor enkele van zijn geliefden. In 1608 schrijft hij de eerste verzen voor zijn toekomstige vrouw Christina van Erp. Hoofts biograaf H.W. van Tricht schrijft in zijn boek: "De verzen zijn nooit zo natuurlijk als sommige voor Anna, nooit zo bewogen als sommige voor Brechje, maar schoon, sterk ontbloeid; de verrukte hulde van een rijp man voor het meisje, dat uit zijn leven alle andere vrouwen zou verdrijven als de opgaande zon de sterren". Inmiddels heeft Hooft een goede reputatie als dichter verworven. De populariteit van de knappe burgemeesterszoon blijft stijgen, maar naar verluidt heeft hij weinig last van sterallures. (terug naar boven)

Het Muiderslot

In 1609 wordt Hooft, op voorspraak van de Amsterdamse vroedschap en prins Maurits, door de Staten van Holland benoemd tot drost van Muiden, baljuw van Gooiland en hoofdofficier van Weesp en Weesperkarspel. Hij draagt daarmee in de drie aangrenzende gebieden het hoogste civiele en justitiële gezag, als vertegenwoordiger van de Staten van Holland. Hij vaardigt namens de Staten plakkaten en ordonnantiën uit en ziet toe op de naleving ervan. Hij is de sterke arm der wet, die verdachten opspoort en zonodig persoonlijk in hechtenis stelt. Hij is krachtig, onkreukbaar en rechtvaardig. Mild kan hij zijn als hij adviseert over gratieverzoeken en steeds heeft hij oog voor verzachtende omstandigheden.

Een half jaar na zijn benoeming als drost trouwt hij met de achttienjarige, muzikale Christina en voert haar als slotvrouw het Muiderslot binnen: "licht en sterk moeten zij over de slotbrug geschreden zijn". Christina zingt en speelt clavecimbel in haar vrije tijd; ze is leerling van Jan Pieterszoon Sweelinck. Hooft beleeft zijn gelukkigste jaren. De oudste zoon, Cornelis, werd door Hooft zelf opgeleid en was ‘van grooten geest en hoope’. ‘s Winters woont het gezin meestal in Amsterdam op de Keizersgracht. Maar aan dit gezinsgeluk komt te snel een eind: binnen korte tijd overlijden zijn dochter Geertruid van 4 weken oud, zijn oudste zoon Cornelis op 12-jarige leeftijd, zijn 3-jarige jongste zoon Arnout en vervolgens zijn pas 33-jarige vrouw Christina op 6 juni 1624. Hooft blijft alleen over. In een brief aan Maria Tesselschade schrijft hij: "Ick en zoek de rouw niet, maer zij weet mij te vinden". Het is bewonderenswaardig dat, ondanks deze en ook politieke tegenslagen, hij zijn opgewektheid en innerlijke rust terugvindt. Na Christina’s dood verblijft Hooft in de wintermaanden bij zijn ouders en broer op de Singel.

Het Muiderslot is geen comfortabele ambtswoning, maar Hooft klaagt er nauwelijks over. De historische waardigheid en de rust wegen hem zwaarder: als de dagelijkse drukte hem te veel wordt, kan Hooft in zijn torentje werken. De beslommeringen rond het onderhoud en de hoge kosten vallen hem echter niet mee. Op het Muiderslot vragen intussen ook staatszaken zijn aandacht: de problemen van vrijheid, orde, gezag, godsdienst en alle politieke en maatschappelijk ontwikkelingen uit een 17e-eeuwse maatschappij. Intussen ontvangt Hooft regelmatig bevriende dichters en andere kunstenaars op het Muiderslot en correspondeert hij veel met o.a Huygens, Tesselschade, Van Baerle, Vossius en Barlaeus. Later raakt hij ook bevriend met de bouwmeester Van Campen. Van Baerle blijft zijn trouwste vriend. (terug naar boven)

Tweede huwelijk

Na drie jaren weduwnaarschap smeekt hij de vrolijke en sprankelende Leonora Hellemans om zijn vrouw te worden. Hij weet haar uiteindelijk te overtuigen van de voordelen van een verbintenis met een oudere man: "... een ja verjongt mijn jaeren"! Leonora is dan 32 jaar en heeft uit een vorig huwelijk twee dochtertjes: Susanna van 14 en Constantia van 4. Hun komst naar het Muiderslot verdrijft zijn eenzaamheid; het wordt een gelukkig huwelijk. In deze tweede helft van zijn leven schrijft Hooft De Nederlandsche Historiën, over de vaderlandse geschiedenis in de periode 1555 - 1584. Zijn ambtelijk leven is inmiddels steeds rustiger geworden en zijn gezondheid verslechtert (hij klaagt over rheumatische kwalen, koorts, buikloop en nierstenen). In 1642 verschijnen 20 delen van De Nederlandse Historieën bij Louis Elzevier in Amsterdam. Hooft werkt door, tot zijn rechterhand niet meer kan schrijven. Op 21 mei 1647 sterft hij. De volgende dag wordt in de Amsterdamse schouwburg een lijkdienst gehouden, waarbij Adam van Germes, één van de beste toneelspelers van die tijd, onder grote belangstelling de Geeraert van Velsen opvoert. (terug naar boven)

Selectieve bibliografie

De belangrijkste werken van Hooft zijn:

- Achilles en Polyxena (ca. 1597)

- Theseus en Ariadne (ca. 1602)

- Granida (1605)

- Emblemata amatoria (1611; liefdesesemblematiek)

- Geeraerdt van Velsen (1613; treurspel)

- Warenar (1616; blijspel)

- Baeto (1617; treurspel)

- Hendrik de Grote (1626; biografie)

- Nederlandse Historiën (1642 en verder; 27 delen over de vaderlandse geschiedenis van 1555 tot 1587)

Van Hoofts brieven zijn er ongeveer vijftienhonderd bewaard gebleven. (terug naar boven)